Er moet een stevig beleidskader Waddennatuur komen. Alleen in goede samenspraak met de regio en belanghebbende partijen kunnen het unieke landschap en al zijn waarden beschermd en beheerd worden. Hier liggen grote uitdagingen voor de minister voor Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal-Zeggelink, die sinds januari dit jaar in functie is. Hoe staat het ervoor en wat kunnen we van haar verwachten?
In januari, direct aan het begin van haar werkperiode, bracht de minister voor Natuur en Stikstof haar eerste officiële bezoek aan de waddenregio. Het gebied heeft sindsdien een speciaal plekje in haar hart gekregen, vertelt de minister aan de aanwezigen: “De waarden van het waddengebied zijn multidimensionaal; de donkere nachten en het uitgestrekte landschap worden graag bezocht door toeristen, op de foto gezet door menig fotograaf. Karakteristiek zijn ook de kwelders, de mossel- en oesterbanken, de zeehonden, de scheepvaart en de havenbedrijvigheid. Op het feit dat er per jaar zo’n 12 miljoen trekvogels een tussenstop maken in ons waddengebied, kunnen we alleen maar trots zijn.”
Natuur is bron van welvaart
De waarden van het Waddengebied maken het volgens de minister noodzakelijk om het er met zijn allen intensief over te hebben hoe we het gebied kunnen beheren en beschermen. Hierbij is het natuurbelang zeer groot, maar dit moet volgens Van der Wal altijd in balans blijven met het belang van de menselijke inwoners van het gebied. En dat is op zijn beurt ook weer gebaat bij gezonde natuur. “Want de natuur is een grote bron voor onze welvaart.” De minister constateert dat er helaas wel degelijk zorgelijke ontwikkelingen zijn in het gebied, zoals de afname van het aantal trekvogels. “Het is een harde realiteit dat de natuur achteruitgaat. Zaken als energiekabels en visserij drukken ontegenzeggelijk op het kwetsbare natuurgebied, dat de Waddenzee is.”
Nederland heeft volgens de minister veel grote opgaven in het vooruitzicht, op gebied van water, stikstof, natuur en klimaat. Hiervoor is het nodig dat beleidsmakers, belanghebbende partijen en inwoners zowel hun ratio als hun hart laten meebeslissen in het maken en navolgen van passende regels en (gedrags)kaders.
De vraag is hoe we die kaders precies gaan vormgeven. Volgens de minister is het noodzakelijk dat we de kennis die we nu hebben, en die misschien nog niet compleet is, wel al op een inventieve manier gaan toepassen. Het is hierbij niet nodig dat het gebied op slot gaat en ontoegankelijk wordt, want er moet ook geld worden verdiend en gerecreëerd. De Waddenzee is evengoed een bron voor voedselproductie en bedrijvigheid. Om alle waarden recht te doen, is het daarom volgens haar nodig om goed in gesprek te blijven. “Een reality-check moet hierbij geen sluitstuk worden.”
Beleid blijven toetsen aan ecologisch belang
Wat we van de minister mogen verwachten, is dat ze de vaart erin zal houden. Aanstaande november zal ze aanwezig zijn bij 14e Trilaterale Regeringsconferentie inzake bescherming van de Waddenzee om daar tezamen met Duitse en Deense collega’s en partners het beleidsdocument voor de toekomst van het Waddengebied te tekenen: de Willemshaven Declaratie 2022.
Het is volgens de minister belangrijk veel samen op te trekken met de verschillende partijen die actief zijn in het behoud en beheer van het waddengebied, alsook bijvoorbeeld de grote wateren, en het beleid steeds weer opnieuw te toetsen aan het ecologische belang van het gebied. “We willen niet weer in de situatie komen dat we achteraf worden geconfronteerd met een gang naar de rechter, zoals in het verleden is voorgevallen.” Vandaar een roep om meer regie, inzetten op wetenschap, veel vingers aan de pols en de handen uit de mouwen. “Want onze aller verantwoordelijkheden liggen in het verlengde van elkaar.”