‘Veel meer het gesprek voeren over wat we willen’

03 oktober, 15:55

Na vier presentaties over de verschillende waarden van het waddengebied, en een Unesco-blik op het beheer in Nederland, werd het tijd voor “brandende vragen” vanuit de zaal, zoals moderator Tracy Metz aankondigde. Die waren er genoeg.

Als eerste kreeg waddenschilder Geurt Busser de microfoon. Hij vroeg zich af hoe het kon dat toenmalig minister Cees Veerman (Natuur) in 2007 bij een procedure bij de Raad van State over gaswinning in de Waddenzee zei dat het allemaal wel goed zou komen met de werelderfgoedstatus, als die gaswinning eerst maar doorging. Daar wist Meindert Schroor (Waddenacademie), die samen met de andere sprekers van de middag op het podium stond, wel een antwoord op. “Dit land gaat in de kern over twee dingen: geld en water”, zei hij. “Ik denk dat het vooral een centenkwestie was. Daar wordt dan omheen gepolderd. Het is net of de regels geschreven zijn voor iedereen, behalve voor ons.”

Kathleen Ferrier (Unesco) had nog een aanvulling: volgens haar zijn de boringen wel meegenomen in de overwegingen, maar vormden die toen geen belemmering. Maar kunnen wij de verplichtingen die de werelderfgoedstatus met zich meebrengt wel waarmaken, vroeg Metz zich vervolgens af. Schroor had er een hard hoofd in. “Het debat is zo vergiftigd, dat moet eerst weer zakelijk worden.”

Eilanden
Johan Krol (Natuurcentrum Ameland) had niet zozeer een vraag als wel een opmerking. Hij zou willen dat het rapport van de Commissie Meijer over het beleid en beheer van de Waddenzee er nog eens bijgepakt werd, omdat dat volgens hem goed inzicht geeft over wat er speelt in de Waddenzee.

Lenie Lap (Aeres) miste ook nog iets in de bijdragen, en wel het geluid van de straaljagers die over het gebied vliegen. Martin Baptist verwees naar intensief onderzoek onder leiding van Sovon, waaruit blijkt dat vogels aan straaljagers wennen. Transportvliegtuigen daarentegen zorgen wel voor verstoring.

Als er zoveel bedreigingen zijn, waarom borgen we die dan niet in regionale programma’s, suggereerde Els van der Laan (Stichting Landschapstriënnale 2023). Dat is volgens Ferrier aan het ministerie (LNV), maar zij vond het in elk geval “een uitstekende oplossing”. Een vertegenwoordiger van LNV beloofde hiermee aan de slag te gaan.

Op vragen uit de zaal of de werelderfgoedstatus niet uitgebreid kan worden tot de eilanden, waar dezelfde problematiek speelt, zei Ferrier dat zeker niet uit te sluiten. “Alle verhalen sluiten op elkaar aan”, erkende ze. Het initiatief daarvoor moet echter van onderop komen. “Van de mensen zelf.”

Baggeren
Tracy Metz, die de discussie leidde, zat zelf ook nog met een dilemma. Als lid van de Tweede Deltacommissie had zij eerder begrepen dat de Wadden kunnen verdrinken, maar vanmiddag lijkt sediment een groter gevaar dan zeespiegelstijging, hoe zit dat?

“We merken nu de gevolgen van ingrepen in het verleden”, stelde Ernst Lofvers (Rijkswaterstaat). Het is volgens hem zaak om veel meer het gesprek te voeren over wat we willen en wat dan wel en niet kan. “De Waddenzee is geen bloembak die op zichzelf staat”, stelde hij. Een voorbeeld is het baggeren om de eilanden en de havens bereikbaar te houden. “We baggeren tegen het systeem in, maar uiteindelijk wordt de impact steeds groter.”

Nelleke IJssennagger (Fryske Akademy) was nog even nieuwsgierig naar de ‘holistische’ blik die Ferrier eerder had genoemd: moet die niet onderdeel van de inschrijving zijn? Dat is in feite al zo, omdat je kijkt naar een systeem waar alles op elkaar inwerkt, meende Ferrier. “Daarom blijven wij benadrukken: bij twijfel niet doen. Laten we eerst eens zien wat we nu hebben en dat behouden.”

Op een vraag over het werelderfgoed als onderdeel van het curriculum van scholen reageerde Ferrier met een verwijzing naar de interesse van de groene school in Buitenpost, die eerder voorbij kwam. “Dat is een prachtig voorbeeld, daar ga ik graag mee in gesprek.”