Nadat de minister voor Natuur en Stikstof het eerste rapport Wadden in Beeld 2021 in ontvangst neemt, volgt er een panelgesprek tussen de drie ochtendsprekers en het publiek. Op welke maatregelen moeten we nu echt inzetten, hoe werken we samen en hoe behouden we de unieke Unescostatus?
Minister Christianne van der Wal-Zeggelink mag het rapport Wadden in Beeld 2021 als eerste in ontvangst nemen. Ze spreekt zich uit over de indruk die het rapport op haar heeft gemaakt en het belang van gedegen kennis: “Zonder kennis kun je ook niet beheren. Door deze goede monitoring weten we wat we mogen beschermen en wat we moeten herstellen.”
De minister onderschrijft het belang van het blijven onderzoeken van de waarde van het Wad. “Ik geloof dat we de waarde van het waddengebied wel kunnen uitdrukken in financiële waarde en dat ook moeten doen. We moeten weten wat we economisch kunnen verliezen, als de natuur verloren gaat.”
Visverbod in havenkom
De drie sprekers van de ochtend nemen plaats op het podium voor een paneldiscussie en vragen uit het publiek. De minister wordt alom geprezen om haar komst naar Noordoost-Friesland, helemaal vanuit Den Haag. “We weten dat u een drukke portefeuille heeft,” zegt dagvoorzitter Tracy Metz. “Tof dat u er bent! Dat is een blijk van belang.”
De eerste vraag komt van een provinciemedewerker, die aankaart dat hij het belang van vissen en vogels mist in het rapport. “Wanneer wordt het visverbod in de havenkommen geëffectueerd?” vraagt hij. Het antwoord van de minister luidt dat het niet haar werkgebied is, en dat de havenkommen vallen onder het beleid van de nieuwe minister van LNV, die op de dag dat het symposium wordt gehouden, zal worden aangesteld. “Het is misschien een flauw antwoord,” zegt ze. “Maar wel het eerlijke antwoord. Ik ben namelijk niet op de hoogte van de laatste stand van die zaak.” Navraag bij het ministerie van LNV leerde dat de planning is dat eind 2023 de visserij-vrije zones bij stuwen, sluizen en gemalen kan worden ingesteld.
Secretaris Common Wadden Sea Secretariat, Bernard Baerends voelt zich ook aangesproken door de vraagsteller en stelt dat er gewoonweg niet genoeg tijd was in de vijftien minuten van zijn presentatie om alle belangen aan te kaarten. “Natuurlijk is vis ook belangrijk. De kraamkamerfunctie van de Waddenzee staat onder druk en dat is een groot punt van aandacht.” De vismigratierivier in de Afsluitdijk gaat volgens hem meehelpen om de vistrek te stimuleren, maar er is meer nodig.
Bedrijvigheid en medegebruik van het gebied
De minister vervolgt dat ook de bedrijvigheid nauw verbonden is met de dynamiek van het waddengebied. “Natuur an sich heeft ook economische waarde. Of sterker: We moeten beseffen dat wij economische waarde genieten mede dankzij de natuur. Dat moeten we niet verkwanselen. Het feit dat er zonder de natuur ook moeilijk een boterham te verdienen is in het gebied, moeten we absoluut meenemen in het beleid. Het gaat om een balans in medegebruik van het gebied.”
Een kritische vraagsteller haakt hier direct op in en stelt aan de kaak dat die balans nu juist zoek lijkt te zijn. Linda-Rose Santhagens reageert: “Er moet meer ruimte komen voor natuurlijke dynamiek en herstel. We moeten de verbinding tussen het Wad en het binnenland versterken en het leefgebied van soorten daarmee groter maken. Het herstel van zeegras zorgt er bijvoorbeeld voor dat slib bezinkt, de voedselketen herstelt en CO2 wordt opgeslagen.”
Te lang over grenzen gegaan
Volgens Van der Wal zijn we nog los van het waddengebied, in Nederland al te lang over grenzen gegaan in de natuur. “We staan voor een forse opgave. De economische groei heeft ons veel gebracht. Maar we moeten nu echt rigoureus anders gaan handelen. We moeten een balans vinden tussen economie en ecologie. En het liefst zonder dat we de natuur moeten gaan opsluiten achter hekken.”
Baerends verzekert de aanwezigen ervan dat er tijdens de Trilaterale Regeringsconferentie inzake bescherming van de Waddenzee, eind november in Willemshaven, gestreefd wordt naar de hoogste ecologische noemer. “We profiteren van de kennis van drie landen. Op sommige gebieden is het ene land verder dan het andere. Daarin kunnen we van elkaar leren en ons aan elkaar optrekken.” Daarbij zal er gelet worden op de ecologische gevolgen van visserij, bekabeling en de gas- en oliewinning.
Unescostatus is grote verantwoordelijkheid
“De Unescostatus willen we niet verliezen, maar ik denk ook niet dat dat zo snel zal gaan,” zegt Baerends. De minister stelt dat eventuele gaswinning in Ternaard al was meegenomen bij de toekenning van de Werelderfgoedstatus.
Volgens voorzitter van de Nationale Unesco Commissie, Kathleen Ferrier, is dat niet het geval en is er niet voor niets een waarschuwing uitgegaan naar Nederland, wegens het doorvoeren van (nieuwe) mijnbouw in het waddengebied. “De status is helemaal niet zo vanzelfsprekend,” zegt zij. “In tegendeel. Het is een grote verantwoordelijkheid voor Nederland.”
Oud-ambtenaar Willem Wilstra wil inhaken op het slibprobleem. “Het is tijd voor actie. We praten al jaren over teloorgang, maar nog steeds helpt de vaarweg Holwerd-Ameland dagelijks de natuur naar de knoppen. Ook de kwelders zijn niet meer allemaal intact. Waarom pikken we dit niet op?” Linda-Rose Santhagens antwoordt dat er voldoende kwelders zijn op het moment en dat het volume van de zee niet verder teruggedrongen mag worden. Wel moet het baggervolume worden verminderd. “We zijn op zoek naar een slimmere route op de vaarweg Holwerd-Ameland. Er is in de afgelopen acht weken bijgebaggerd om de natuurlijke vaargeul beter begaanbaar te maken, zodat we op den duur juist een afname kunnen zien in het baggeren.”
Toekomst vaarverbinding
Wat de toekomst van de vaarverbinding zal zijn, is de vraag. Wellicht is er noodzaak voor een ander voertuig, andere vaartijden of een scheiding van het goederen- en personenvervoer. De oplossingen zullen voor 2030 duidelijk moeten zijn, aldus Santhagens.
Een symposiumbezoeker wil weten of de binnenlanden in de toekomst ook bij het waddengebied gaan horen? Die zijn immers ook belangrijk voor onder andere de vogels. Volgens de minister is het de vraag of we überhaupt in grenzen moeten denken. “Ik denk dat natuurbescherming begint in je eigen achtertuin. Met een paar tegels eruit en een geveltuintje laten groeien. Het gaat erom dat natuurinclusiviteit een basiswaarde wordt in ons systeem. We moeten samenwerken met de agrarische sector, we moeten natuureducatie hebben op school en we moeten op elk gebied kleine beetjes doen, zodat we genoeg vlees op de botten hebben. We moeten de natuur willen beschermen.”
De Waddenmars, waarover de volgende presentatie zal gaan, ziet de minister als een goed voorbeeld van het creëren van een rimpeleffect dat kan zorgen voor meer bewustwording.
Huiswerk doen
Als laatste wil de minister benadrukken dat Nederland echt beter zijn huiswerk moet gaan doen. “Het feit is dat Nederland veel te klein is voor de ambities van alle bijna 18 miljoen inwoners. We maken al jaren onze eigen natuurbeschermingsplannen niet waar. In Brussel worden we dan ook uitgelachen als we met iets nieuws komen. ‘Krijg je zaakjes eerst maar op orde’, zeggen ze daar. En terecht.”